Varen in Friesland is een belevenis voor jong en oud. De mogelijkheden zijn legio en de voorzieningen uitstekend. Ook als je zelf geen boot hebt, is het mogelijk van de Friese wateren te genieten. Er is namelijk geen provincie in Nederland waar zoveel boten verhuurd worden: van sloepen en zeilbootjes voor beginners tot luxe motor- en zeiljachten. Laat je zeker niet tegenhouden door het weerbericht. Niets zo mooi als een Hollandse wolkenhemel boven één van de Friese Meren. De natuur, de steden en de lokale horeca zullen je verrassen. En de friezen zijn veel minder stug dan hun reputatie doet geloven!

Sneekermeer: het hart van het Friese vaargebied.
Je vaartocht over de Friese wateren kun je op heel veel plekken beginnen. Ik start graag bij het Sneekermeer omdat dit zo mooi centraal in het vaargebied ligt. Dit meer is bekend van de Sneekweek, het jaarlijkse en grootste zeilevenement op de Europese binnenwateren. De Sneekweek begint op de eerste zaterdag van augustus (helaas in 2020 vanwege de Corona-maatregelen afgelast). Bootverhuurders vind je onder andere in Sneek en Terherne. Als je richting het noordoosten vaart kom je in Nationaal Park De Alde Feanen en als je verder doorvaart in Dokkum. In noordelijke richting vaar je naar Leeuwarden (met prachtige liglaatsen in de Prinsentuin). In het zuidwesten liggen Heeg en Stavoren met daartussen de Fluessen. Of je kiest voor het Slotermeer met Woudsend en Sloten. In zuidelijke richting vaar je naar het Tjeukemeer (en eventueel door naar Overijssel). Zie ook 2. ‘rondje Dokkum’.
5 Tips voor je vaarvakantie in Friesland
Ga je voor het eerst varen of ben je niet bekent met de Friese wateren? Dan heb je vast en zeker iets aan deze tips!
1. vaarbewijs niet noodzakelijk!
Voor een boot kleiner dan 15 meter die niet harder kan varen dan 20 km/uur heb je geen vaarbewijs nodig. Als je voor het eerst gaat varen is het echter wel verstandig niet meteen het grootste jacht te huren. Probeer het eerst eens met een wat kleiner formaat boot. De meeste verhuurders bieden ook vaarlessen aan. Je leert dan, op het jacht dat je gehuurd hebt, de basisvaardigheden zoals aanleggen en wegvaren, stilliggen in afwachting van het openen van een brug en het op de juiste manier vastleggen van jouw boot. Er zijn ook goede instructiefilmpjes te vinden op YouTube. De beste tip die ik als beginnend schipper kreeg was ‘gebruik de middenbolder’. Deze zit meestal op de plek waar je van de boot af kunt stappen. Als je hier een landvast (touw) omheen legt, kan één persoon de boot normaal gesproken goed aan de kant houden terwijl anderen de andere landvasten vast (bij aanleggen) of los (bij wegvaren) maken. Lees ook in de almanak, die meestal in je huurboot aanwezig is, de belangrijkste regels die gelden op het water door. Zeilboten en beroepsvaart hebben bijvoorbeeld (meestal) voorrang op motorjachten.
2. check de waterkaart
Check voor je een route uitstippelt goed op de waterkaart of er eventueel vaste bruggen in het traject zitten en of deze voldoende hoogte hebben om er onder door te kunnen varen. Hetzelfde geldt voor de diepte van de watergangen waar je doorheen wilt. Op de waterkaart staat ook aangegeven waar je kunt aanmeren om te overnachten. Uiteraard kan dat in één van de vele jachthavens maar je kunt ook in veel steden aan een kade aanleggen (meestal wel betaald) of aan één van de Marrekriteplaatsen. Dit zijn aanlegplekken van het recreatieschap waar je gratis mag overnachten (meestal maximaal 3x 24 uur). Bij de Marrekriteplekken vind je geen elektriciteit of drinkwater. Vaak is er wel een afvalcontainer en soms een Húske met toilet. Een handige app om deze aanlegplaatsen te vinden en voor de bedieningstijden van sluizen en bruggen is de Watersport-app van de provincie Fryslân.
3. gereedschap
Neem een klein gereedschapskistje met wat gereedschap mee (bijvoorbeeld: een Engelse sleutel of waterpomptang voor het wisselen van de gasfles, een schroevendraaier voor een loszittend schroefje dat irritant trilt). Een rol duct-tape en een paar tiewraps kunnen ook goed van pas komen om iets vast te zetten.
4. bruggeld
Neem kleingeld mee. Steeds meer bruggen worden gratis bediend (‘Gastvrij Friesland’) maar er zijn nog steeds enkele bruggen waar de brugwachter een klomp aan een hengel laat zakken waar je een paar Euro in moet stoppen (staat aangegeven in de almanak en meestal ook op een bord bij de brug zelf).
5. inkopen doen
Over het algemeen zijn er ruim voldoende mogelijkheden om inkopen te doen. De steden en grotere dorpen hebben een supermarkt (vaak een ‘Poiesz’) en je vindt er, mede dankzij de watersport, ook vaak goede lokale winkels. Probeer eens één van de Friese specialiteiten, bijvoorbeeld: Fryske Dúmpkes, Súkerbolle, Beerenburg of Nagelkaas.

Varen in Friesland: ‘rondje Dokkum’ (doorvaarthoogte 2,55 m.)
Dit ‘rondje Dokkum’ is een mooie en afwisselende route met zowel prachtige natuur als leuke steden. Vanaf het Sneekermeer vaar je eerst naar Akkrum. Hier is een eenvoudige maar leuke passantenhaven (aan het Heechein). Wandel eens naar ‘Coopersburg’, een in 1900 gebouwd tehuis voor arme ouderen. Het werd gebouwd in opdracht van Folkert Kuipers die in Amerika als Frank Cooper een aardig fortuin verdiend had. Via de spoorbrug en het aquaduct over de A32 vaar je vervolgens naar de ‘Wide Ie’ en Nationaal Park ‘de Alde Feanen’. Hier vind je prachtige steigers om de nacht door te brengen. De route gaat verder over het Prinses Margrietkanaal (houdt hier, in verband met de grote vrachtschepen, goed rechts). Bij het ‘Burgumermar’ sla je linksaf in noordelijke richting. Via de ‘Kukhernster Feart’, ‘Nije Feart’ en ‘Petsleat’ vaar je richting Westergeest. Direct na de brug onder de N910 vaar je linksaf de ‘Strobosser Trekfeart’ op. Dit water is vrij smal maar prima te bevaren! Net voor Dokkum de afsplitsing naar rechts aanhouden en bij het ‘Dokkumer Grutdjip’ linksaf de stad invaren. In Dokkum vind je prima ligplaatsen, de mooiste tussen de beide molens op de oude verdedigingswal. Terug ga je via de ‘Dokkumer Ie’ (mooie ligplaatsen in de passantenhaven van Burdaard!) naar Leeuwarden (aanmeren in de Prinsentuin, hartje centrum). Onderweg passeer je het beroemde bruggetje van Bartlehiem (Elfstedentocht). Via Wergea vaar je naar Grou (volop ligplaatsen). De Sint Pieterskerk en de buurt daar omheen zijn een bezoek waard en je vindt er een aantal goede winkels. Via het Prinses Margrietkanaal vaar je vervolgens terug naar het Sneekermeer. Trek minimaal een extra lang weekend/midweek uit voor deze tocht!
De Friese elf steden
Door de heroïsche 200 kilometer lange schaatstocht zijn de Friese elf steden een begrip, tot ver buiten de grenzen van de provincie. Als het water zich niet in bevroren toestand bevindt, kun je ze per boot bezoeken. Leeuwarden (Ljouwert), Sneek (Snits), IJlst (Drylst), Sloten (Sleat), Stavoren (Starum), Hindelopen (Hylpen), Workum (Warkum), Bolsward (Boalsert), Harlingen (Harns), Franeker (Frjentsjer) en Dokkum (Dokkum); stuk voor stuk zijn ze de moeite waard. De grotere steden (Leeuwarden en Sneek) bieden naast hun rijke historie ook eigentijdse binnensteden. In de kleinere stadjes lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Ze hebben allemaal een eigen karakter. Sloten bijvoorbeeld door zijn gracht dwars door het stadje, IJlst door haar overtuinen en Stavoren door haar ligging aan het IJsselmeer. Er zijn tal van bezienswaardige musea te vinden zoals het Jopie Huisman Museum in Workum, het Eisinga Planetarium in Franeker en het Fries Museum in Leeuwarden.

Overige belangrijke watersportplaatsen
Naast de Friese elf steden zijn er een aantal andere watersportplaatsen die het vermelden waard zijn. Grou en Heeg staan bekend om hun gezelligheid, met diverse terrassen aan het water. In Terherne komen kleine schippers aan hun trekken in het ‘Kameleondorp’. Lemmer heeft een fraaie binnenhaven en is een favoriete plek bij zeilers. Langweer heeft een grote passantenhaven aan de ‘Langwarder Wielen‘. In het gezellige Woudsend kun je midden in het dorp aanmeren aan beide zijden van de brug. Wees er wel op tijd bij want deze plekken zijn populair. In al deze plaatsen vind je ook restaurants, dus als je een avond niet het kombuis in wilt…
Varen in Friesland voor rustzoekers
Als je gek bent op varen maar niet op de drukte daar omheen dan kun je natuurlijk beginnen met de juiste tijd te kiezen. In het hoogseizoen en bij goed weer (of goede wind voor de zeilers) kan het best druk zijn op het water. In de weekenden is het ook drukker dan doordeweeks. Maar als je aan de vakanties vast zit, kun je toch rust vinden. Er zijn namelijk drie gebieden die veel rustiger zijn. Het ‘andere Friesland’ vind je bijvoorbeeld op de Friese Turfroute (let op: niet het hele jaar door mogelijk!). Nog een voordeel: door de vele bruggen en sluizen krijg je hier, als beginner, het varen snel onder de knie. Met kleinere boten (sloepen, etc.) is een tocht over de Luts (vanaf Balk) leuk. Dit voormalige riviertje leid je tussen twee keileembulten door. Door de bosachtige omgeving en de hoogteverschillen zie je weer een heel andere kant van deze mooie provincie. Ook het gebied in het noorden (Franeker, Dokkum, Lauwersmeer) is rustiger dan het Friese Merengebied.