
De Provincies Friesland en Overijssel zijn misschien wel op hun mooist vanaf het water. Ik ging daarom een lang weekend varen in Overijssel. Op veel plekken kun je een dag een sloep of zeilboot huren. Maar als je het watersport-leven echt wilt meemaken, huur dan een lang weekend, midweek of zelfs langer een (zeil)jacht. Een motorjacht kun je zonder vaarbewijs huren, mits de boot niet langer is dan 15 meter en niet harder kan varen dan 20 km/uur. Het is wel verstandig niet meteen met de grootste boot te beginnen en een paar uur les te nemen als je het voor het eerst doet. Maar moeilijk is het absoluut niet. De voorzieningen onderweg zijn geweldig: van havens met uitstekende voorzieningen tot (gratis) ligplaatsen midden in de natuur. Ik vertrok vanuit het Friese Langelille voor een lang weekend varen in Overijssel.
Eerste dag: van Langelille naar Ossenzijl
Vanuit Friesland vaar je via de Jonkersvaart (ook wel Helomavaart genoemd) naar de Mr. H.P. Linthorst Homansluis. In het hoogseizoen is het hier een drukte van jewelste, maar daarbuiten zijn er meestal geen wachttijden. Na het schutten vaar je het oude veenriviertje De Linde op, welke hier de grens tussen Friesland en Overijssel vormt. Langs de rivier liggen mooie natuurgebieden van It Fryske Gea. Bij de Ossenzijlersloot sla je linksaf richting Ossenzijl en de Weerribben. Varen in Overijssel is niet compleet zonder een bezoek aan prachtige natuurgebied. Het gebied is ontstaan door de veenwinning en is tegenwoordig het grootste laagveenmoeras van Noordwest-Europa. Net voorbij de brug van Ossenzijl begint de Kalenbergergracht. Aan je linkerhand zie je al snel camping-jachthaven De Kluft. Een prima plek om de eerste nacht door te brengen. Denk aan de horren voor de ramen want het naburige dorpje Muggenbeet heet niet voor niets zo! Naast De Kluft ligt het informatiecentrum van Staatsbosbeheer.
Tweede dag: van Ossenzijl naar Blokzijl via Zwartsluis
Deze dag ga je kilometers maken! Eerst volg je de Kalenbergergracht. Links en rechts zie je oude veenwerkershuisjes, nu veelal als tweede woning in gebruik. Tussen de moerasbossen zijn er af en toe meer open stukken met riet- of grasland. Hier heb je grote kans reeën te spotten, vooral in de morgen en tegen de avond. Kijk er ook niet raar van op als er een slang voor je boot langs zwemt; dit zijn ringslangen, volstrekt ongevaarlijk en niet giftig. Via Wetering en Muggenbeet kom je bij het Giethoornsche Meer. Vlak voor het meer ligt Hotel-Restaurant-Café Geertien, een leuke plek om aan te leggen voor koffie met gebak of lunch. Via de Walengracht en Beulakkerwijde (mooi groot water) vaar je naar de Sluis Beukers. Dan door richting Zwartsluis en via het Zwarte Water naar het Zwarte Meer. Via Kadoelenmeer, Vollenhoverkanaal en -meer eindigt deze dag in de haven van Blokzijl.

Intermezzo: Blokzijl
Blokzijl werd onlangs door Elsevier Weekblad uitgeroepen tot mooiste dorp van Overijssel. En terecht: als je er binnenvaart, voelt het alsof je terug in de tijd gaat. De prachtige haven wordt omringd door monumentale huizen. De plaats is ontstaan rond de sluis aan het einde van de Steenwijker Aa, die hier ooit in de Zuiderzee uitmondde. Een deel van de stad is beschermd dorpsgezicht en de Hervormde kerk uit 1609 bepaald het beeld. Bij de Sluis liggen verschillende restaurants waaronder het beroemde ‘Kaatje bij de Sluis’ (1 Michelin ster). Een wandeling door de smalle straten en stegen en over de bolwerken is zeer de moeite waard. De haven van Blokzijl beschikt over uitstekende voorzieningen. Bij de havenmeester (drijvend kantoor in de haven) kan, tegen betaling, een pasje gehaald worden voor stroom, water en gebruik van het w.c.- en douchegebouw. Een prima plek dus om de (tweede) nacht door te brengen!
Derde dag: van Blokzijl naar Brandemeer via Giethoorn
Verlaat de haven van Blokzijl via de naastgelegen sluis en vaar via Noorderdiep en Valse Trog naar het Giethoornse Meer. Hier volg je een stukje dezelfde route als de dag ervoor: via de Walenbergergracht langs Jonen en dan schuin de Beulakkerwijde oversteken. Vervolgens sla je linksaf richting Giethoorn en Steenwijk (Kanaal Beukers-Steenwijk). Zo’n 250 meter voor de eerste beweegbare brug zie je een klein Avia tankstation. Aan de kade daarvoor kun je afmeren om Giethoorn te bezoeken. Zoals je wellicht weet ben je hier niet alleen, sinds Chinese toeristen dit dorp hebben ‘ontdekt’. Een kleine wandeling langs de Dorpsgracht is zeker de moeite waard. Via Steenwijk vaar je terug naar Ossenzijl (Kanaal Steenwijk-Ossenzijl). Dan weer via de Linthorst Homansluis terug naar Friesland. Voor je laatste overnachting ga je op de Tjonger kort rechtsaf. Bij natuurgebied Brandemeer liggen twee idyllische steigers. Je kunt hier een heerlijke wandeling maken en/of vogels spotten.

Intermezzo: bijzondere natuur
Varen in Overijssel betekent ook kennis maken met de moerassen van de Wieden, de Weerribben, de Rottige Meente en de Brandemeer. Deze zullen in de toekomst met elkaar verbonden worden tot een meer aaneengesloten laagveenmoeras. Dat is van groot belang voor onder andere de otter. Maar ook de grote vuurvlinder profiteert hiervan. Dat is belangrijk want deze prachtige vlinder komt alleen op deze plek voor en is dus uniek in de wereld. Een bijzondere vogel die belang heeft bij een groot aaneengesloten moerasgebied is de roerdomp. Deze vogel zul je niet snel zien. Bij gevaar steekt hij namelijk zijn snavel recht omhoog en neemt hij een ‘paalhouding’ aan. Hierdoor en door zijn schutkleur valt hij dan nauwelijks op in het riet. Zijn karakteristieke ‘hoempende’ geluid kun je in deze natuurgebieden wel regelmatig horen. Makkelijker te spotten zijn de blauwborsten die zowel opvallen door hun uitbundige kleuren als hun zang.
