5 tips voor Valencia, Spanje

Mercado de Calón, één van de culinaire hotspots in Valencia.

Valencia is, na Madrid en Barcelona, de derde stad van Spanje als het om inwoneraantal gaat. Deze stad dankt haar populariteit aan haar ligging aan de Middellandse Zee (Costa del Azahar), het daarbij behorende klimaat en de rijke geschiedenis. Toch is Valencia veel minder toeristisch dan Barcelona. De stad is tweetalig: er wordt zowel Spaans als Valenciaans (verwant aan Catalaans) gesproken. Het stadsbestuur schenkt veel aandacht aan een gezonde leefomgeving. De gemeente investeert veel geld in (openbare) sportvoorzieningen en parken. Valencia is ook de stad van de Paella. Dit bekende rijstgerecht wordt haast in ieder restaurant weer net iets anders klaargemaakt. Houdt er wel rekening mee dat ’s avonds veel restaurants pas rond 20:30 uur de deuren openen (ook de lunch is laat). Met een paar tapas (kleine hapjes) en een koel drankje op een terras kom je de tijd tussen lunch en diner wel door!

1. Dwaal door het ‘doolhof’ van El Carmen

Romeinen, Visigoten en Moren drukten allemaal hun stempel op de vroege geschiedenis van Valencia. Tussen de Moorse en de Christelijke stadsmuren ontstond zo’n duizend jaar geleden de wijk ‘El Carmen’. Ga hier lekker (zonder kaart) dwalen door het bekoorlijke doolhof van met natuursteen geplaveide straatjes. Een mooi vertrekpunt daarvoor is de Torres de Serranos of de Torres de Qart. Dit zijn twee middeleeuwse stadspoorten. Rondom Plaza del Tossal vind je een keur aan restaurants en bars. Naast veel moois uit het verleden vind je in deze wijk ook eigentijdse schoonheid. Ga daarvoor naar het Institut Valencia d’Art Moderne (let op: op maandag gesloten). Het museum heeft een indrukwekkende collectie moderne kunst en interessante wisseltentoonstellingen. Net buiten de wijk, aan het aantrekkelijke Plaza de la Virgen, ligt de kathedraal van Valencia (mix van Romaans, Barok en Gotisch).

2. Geniet van het architectonische spektakel in de Stad van Kunst en Wetenschap

Spectaculaire gebouwen van architect Santiago Calatrava.

De Spaanse architect Santiago Calatrava is inmiddels wereldberoemd geworden met zijn neo-futuristische gebouwen. In zijn geboortestad Valencia tekende hij voor een reeks van zes gebouwen die samen de ‘Ciutat de les Arts i les Ciències’ vormen. Het gebied is circa 2 vierkante kilometer groot en ligt aan het Turiapark (zie 3.). Het gebouw ‘L’Úmbracle’ herbergt een tuin en een hippe club die gedurende de zomermaanden ’s avonds voor vertier zorgt . In ‘Principe Felipe’ zit het wetenschapsmuseum, waar bezoekers zelf allerlei experimenten kunnen uitvoeren. Het museum zegt zelfs dat het verboden is niet te voelen en te denken in het gebouw. In het ‘Palau de les Arts Reina Sofia’ is de opera gehuisvest. Het ‘Agora’ is gebouwd voor exposities en concerten. Ook de Valencia Fashion Week vind hier plaats. Zin in een IMAX 3D-film? Dan moet je in het ‘L’Hemisfèric’ zijn. Via een headset kun je naar een Engelse vertaling luisteren. Liefhebbers van de wondere onderwaterwereld komen aan hun trekken in ‘L’Oceanogràfic’. Maar ook alleen al voor de architectuur is een bezoek aan dit gebied de moeite waard!

3. Verken het Turiapark

De historische bruggen herinneren aan de tijd dat het park nog rivierbedding was.

Nadat er in 1957 zware overstromingen waren geweest, met meer dan 400 doden tot gevolg, is de rivier Turia om Valencia heen geleid. In de oude, drooggevallen rivierbedding is in de jaren ’80 van de vorige eeuw het Turiapark (Jardin del Turia) aangelegd. Daardoor heeft Valencia nu een circa 9 km lang groen lint door de stad heen lopen. Het park verbindt de Stad van Kunst en Wetenschap (zie 2) in het oosten van de stad met het Bioparc in het westen. Je kunt het park zowel te voet als op de fiets verkennen. Op verschillende plaatsen zijn fietsen te huur (veel accommodaties bieden ook huurfietsen aan). Het park ligt iets verlaagd (de rivier lag uiteraard in een dal) en auto’s kruisen het park via de oude bruggen die bewaard zijn gebleven. Als voetganger of fietser in het park ga je daar juist onderdoor. Je vergeet dan ook haast dat je in een grote stad bent. Je vindt in het park onder andere openbare sportvoorzieningen, tuinen, waterpartijen en terrasjes. Op warme dagen is het, in de schaduw van de bomen in het park, een paar graden koeler dan in de stad. De mediterrane beplanting is bovendien zeer aantrekkelijk.

4. Ontdek meer dan 2000 jaar geschiedenis in het historische centrum

In het hart van het historische centrum vind je de Zijdebeurs (Lonja de la Seda). Dit is één van de belangrijkste monumenten van Valencia (Unesco werelderfgoed). Je vindt dit laatgotische pareltje bij Carrer de la Llotja. Daar vlakbij ligt de Mercat Central, de grootste overdekte versmarkt van Europa. Het gebouw is in 1914 ontworpen in de Art-nouveaustijl en werd in 1928 in gebruik genomen. Sinds die tijd brengen ruim 300 handelaren in versproducten hun waren aan de man. Een andere markthal is Mercado de Colón. Deze markthal is herbestemd tot een gastronomische plek met restaurants en bars. Ten noordoosten van het historische centrum vind je het Museo de Bellas Artes. Dit is niet alleen één van de belangrijkste musea van Valencia maar zelfs van heel Spanje. De collectie historische kunstvoorwerpen is indrukwekkend en het gebouw zelf is dat zeker ook.

5. Ontsnap even aan de drukte van de stad

Natuurlijk, je gaat naar Valencia om van de geneugten van een stad te genieten. Maar soms ben je misschien even klaar met alle drukte of de warmte. Gelukkig zijn er in Valencia genoeg plekken om even te ontsnappen aan de drukte. Uiteraard kan dat in het Turiapark (zie 3.). Maar er zijn meer plekken om te relaxen of wat afkoeling te vinden. Allereerst heeft Valencia heerlijke (stads)stranden. De bekendste zijn Playa de las Arenas (direct ten noorden van de marina) en Malva Rosa (iets noordelijker) . Langs deze stranden is een keur aan restaurants en bars te vinden. Omdat er op drukke dagen een gebrek is aan parkeerplaatsen en fietsenstallingen kun je er ook voor kiezen de metro te nemen (naar de Marina). Een nieuwe groene parel is het Parque Central naar een ontwerp van Gustafson Porter + Bowman (die ook het Amsterdamse Westerpark hebben ontworpen). Je vindt dit park bij de Plaza Manuel Sanchis Guamer. Aan de zuidkant van de stad ligt het Parque Natural de La Albufera, een prachtig natuurpark dat een kleine 6.000 hectares groot is. Het park ligt op een klein uurtje fietsen van de stad (circa 12 km) en er gaan ook bussen en georganiseerde excursies naar toe.